De beginner wordt bepaald door met de dobbelsteen te gooien. Aan het begin van de beurt werpt de speler alle dobbelstenen, daarna kiest hij een of meerdere dobbelstenen om wil wisselen voor punten. Hij kan alleen punten krijgen voor de dobbelstenen van zijn laatste worp. Kan hij geen dobbelstenen inwisselen voor punten dan is zijn beurt voorbij en is hij alle punten van die beurt kwijt.

Kan hij doorgaan dan kiest de speler of hij wil stoppen of door wil gaan, als hij doorgaat gooit hij alle overgebleven dobbelstenen. Heeft hij nog maar een dobbelsteen over dan krijg hij drie kansen om een 1 of een 5 te gooien, tussendoor mag hij dan niet kiezen om te stoppen. Heeft hij punten gescoord met alle dobbelstenen dan mag hij niet passen maar moet hij alle stenen overnieuw gooien.

Kiest hij ervoor om te stoppen dan worden de punten van zijn beurt opgeteld bij de punten die hij al gescoord heeft. Hij moet dan wel minimaal 350 punten hebben gescoord of als hij nog geen punten had 1000.

Het spel duurt in principe totdat iemand 10000 punten scoort, heeft iemand 10000 punten dan krijgen de overige spelers nog een beurt de kans om een hogere score te halen, degene met het hoogst aantal punten wint.

Om het spel sneller te laten verlopen kunt u tot 5000 punten gaan en de eerste score verlagen tot 500.